Het Kunstmuseum maakt gebruik van cookies.

Ik begrijp hetMeer informatie
Menu
  • Gebruik de pijltjestoetsen op het
toetsenbord om te navigeren

    Gebruik de pijltjestoetsen op het toetsenbord om te navigeren

  • of
  • Klik en kies een richting om te navigeren

    Klik en kies een richting om te navigeren

  • Begin met navigeren om te starten

Scrollen

New York New York

Op 3 oktober 1940 komt Mondriaan aan in de haven van New York, na een twee weken durende bootreis vanuit Groot-Brittannië. De bootreis was vermoeiend en angstig, de dreiging van luchtaanvallen was continu aanwezig. Net als vele andere kunstenaars die Europa ontvluchtten, is Mondriaan maar wat opgelucht dat hij de Verenigde Staten heeft bereikt. De jonge kunstenaar Harry Holtzman, die de overtocht voor Mondriaan heeft geregeld, haalt hem op.

Holtzman brengt hem de eerste nachten onder in een hotel en vindt binnen een week een geschikte woonruimte, met atelier, in de wijk Lenox Hill. Mondriaan schildert de wanden wit en beplakt ze met stukken gekleurd karton. Hij verzamelt hout, onder andere van sinaasappelkisten, en timmert daar meubels van, die hij ook wit schildert. Zo creëert hij een omgeving waarin hij zich vrij voelt om te experimenteren.

Mondriaans reputatie is bij zijn aankomst in New York al gevestigd. In de voorafgaande jaren zijn tijdens verschillende tentoonstellingen werken van hem geëxposeerd. In een tentoonstellingscatalogus van het Brooklyn Museum van 1926 staat zelfs geschreven dat Nederland drie grote schilders heeft voortgebracht: Rembrandt, Van Gogh en Mondriaan. Hij vindt dan ook snel zijn weg in New York, ontvangt uitnodigingen voor openingen en krijgt in 1942 zijn eerste solotentoonstelling. Via zijn nieuwe New Yorkse netwerk komt het schilderij Broadway Boogie Woogie al tijdens zijn leven in het Museum of Modern Art (MoMA) terecht. Door de verkoop hiervan kan hij zich een groter appartement veroorloven, dicht bij Central Park.

Mondriaan is dol op New York. De energie, de bars, de muziek. De kunst en de wolkenkrabbers. De stad is modern en wil vooruit! Deze dynamiek wil hij vertalen in zijn kunst. Rond deze tijd verdwijnen de zwarte lijnen helemaal uit zijn werk. Ze maken plaats voor gekleurde lijnen. De schilderijen worden er vrolijker en optimistischer van. Ze ogen minder streng en stralen nieuw gevonden levensvreugde uit. Dit zien we niet alleen in Broadway Boogie Woogie, maar ook in zijn beroemde laatste werk Victory Boogie Woogie.

Hoewel Mondriaan al achtenzestig is als hij aankomt in de Verenigde Staten, maakt hij ook hier, net als in Parijs en Londen, de dansvloeren onveilig. Een van zijn geliefde plekken is Café Society, in uptown New York. De jazzclub beoogt volledige opheffing van rassenscheiding, zowel in het publiek als in het programma. Vele beroemde artiesten en gasten vereren de club met een bezoekje. Zo voert Billy Holiday haar beroemde protestsong ‘Strange Fruit’ er voor het eerst op. Vooral de boogiewoogie vindt Mondriaan maar wat bijzonder. Hij blijft zijn leven lang nieuwsgierig naar alles wat nieuw en modern is, en naar muziek in het bijzonder. Dit alles komt samen in Mondriaans laatste meesterwerk: de Victory Boogie Woogie – een eerbetoon aan een muziek, maar vooral aan een nieuwe wereld waarin alles kan.